In een fitnesscentrum, maar ook voor in huis, kan je uit diverse fitnessapparaten kiezen. Dan ben je voor het werken aan je conditie niet aangewezen op goede weersomstandigheden, bijvoorbeeld. Bovendien kan het in een stad minder prettig zijn om buiten aan je conditie te werken. Met alle genoemde fitnessapparaten verbrand je calorieën en oefen je je ademhaling. Het resultaat van een sessie hangt af van de duur ervan en de instellingen van een apparaat. Naast het op peil houden van de lichamelijke conditie door gezonde mensen, kan een fitnessapparaat ook worden gebruikt voor het afvallen of revalidatiedoeleinden. We bespreken hier een aantal fitnessapparaten met hun karakteristieken. We proberen je hiermee te helpen met het kiezen van het meest juiste fitnessapparaat voor jou.
Hometrainer
Op een hometrainer maak je fietsbewegingen om aan je lichamelijke conditie te werken. Het apparaat heeft veel overeenkomsten met een echte fiets, omdat dat bestaat uit frame, trappers, zadel en stuur. Met het trappen breng je echter geen fiets- maar een vliegwiel aan het draaien. Met het vliegwiel wordt zoveel mogelijk het echte fietsen nagebootst, Dat betekent dat het meer kracht kost om het in beweging te krijgen, dan om het aan het draaien te houden. Je kunt doorgaans de weerstand instellen, die het vliegwiel bij het fietsen biedt. Zoals met een echte fiets werk je met een hometrainer aan je beenspieren. Een hometrainer is prima als je niet goed kunt lopen, maar wel fietsen, omdat je dan kunt zitten.
Crosstrainer
Met een crosstrainer doe je de bewegingen na van het langlaufen. Het apparaat heeft twee loopplanken en twee hendels. Met de loopplanken maak je een schuivende beweging, zoals je met je ski’s doet bij het langlaufen en met de hendels doe je de bewegingen na die je met de skistokken maakt. Het accent bij een crosstrainer ligt bij je been- en armspieren. Met een crosstrainer oefen je dus meer lichaamsdelen dan met een hometrainer. Tijdens het gebruik sta je en dat kan voor bepaalde personen een probleem vormen.
Loopband
Als je graag jogt of rent, dan is een loopband het voor jou. De snelheid van de loopband kan je instellen om het joggen of rennen te imiteren. Wisseltrainingen zijn heel effectief met een loopband. Ook hier geldt dat een loopband niet geschikt is voor personen die moeite hebben met het staan. Een loopband neemt doorgaans meer ruimte in dan de twee voorgaande apparaten. Met het thuisgebruik dien je daarmee rekening te houden. Bij alle apparaten zal je dan ook willen kijken naar de ruimte die ze bij opslag innemen.
Roeitrainer
Bij een roeitrainer doe je de bewegingen na van het roeien in een smalle roeiboot, waarbij je twee spanen gebruikt. Je zit op een zitje dat naar voren en achteren kan schuiven, zoals een zitje in zo’n roeiboot. Net zoals een hometrainer heeft een roeitrainer een vliegwiel. De oefening is het naar achter duwen van het zitje door je benen te strekken en tegelijkertijd trek je aan een kabel met hendel. De kracht waarmee je aan de hendel trekt, kan je instellen. Je gebruikt bij een roeitrainer een aantal spieren. Behalve de been- en armspieren praten we dan met name over de rugspieren.